De brandhaard
Ik heb al enige jaren een stenen Halloweenpompoen - maar omdat ik tussen Halloween en kerst een decoratieve impasse heb blijft die altijd tot ver na Halloween op mijn schoorsteenmantel staan. De pompoen heeft als speciale feature dat je er een waxinelichtje in kunt zetten - wat ik dus altijd doe. Tot gisteravond heeft dat nooit tot problemen geleid.
Nu ging het anders.
Ik was druk bezig met niets noemenswaardigs toen uit de pompoen ineens een vaag sissen klonk. Flegmatiek als ik soms ben, zei ik tegen de pompoen dat ie zich niet zo moet aanstellen.
(als alleenwonende praat ik wel vaker tegen mijn inboedel; don't judge me).
Toen ik even later naar de pompoen keek, dacht ik: "Hee, dat is wel een héle grote vlam voor een waxinelichtje." Ik besloot om de vlam dan maar uit te blazen.
Brandweer-An
De vlam, zo bleek, liet zich niet uitblazen. In plaats daarvan sloeg hij uit de ogen en de mond van mijn pompoen. Gealarmeerd overwoog ik mijn opties, die niet heel talrijk waren. Ik kon natuurlijk wegrennen - maar dan zou het alleen maar heel slecht aflopen. Ik kon ook blussen.
Dus ik rende weg. Naar de keuken, welteverstaan, om daar een blusobject te zoeken. Ik bedenk me namelijk nu pas dat ik een brandblussertje in de gang heb hangen. Ik vulde een theekop met water, rende terug naar de pompoen en goot het water erin, erover, en ook een beetje ernaast. De vlam gaf zich toen gelukkig vrij rap gewonnen.
Nu ging het anders.
Ik was druk bezig met niets noemenswaardigs toen uit de pompoen ineens een vaag sissen klonk. Flegmatiek als ik soms ben, zei ik tegen de pompoen dat ie zich niet zo moet aanstellen.
(als alleenwonende praat ik wel vaker tegen mijn inboedel; don't judge me).
Toen ik even later naar de pompoen keek, dacht ik: "Hee, dat is wel een héle grote vlam voor een waxinelichtje." Ik besloot om de vlam dan maar uit te blazen.
Brandweer-An
De vlam, zo bleek, liet zich niet uitblazen. In plaats daarvan sloeg hij uit de ogen en de mond van mijn pompoen. Gealarmeerd overwoog ik mijn opties, die niet heel talrijk waren. Ik kon natuurlijk wegrennen - maar dan zou het alleen maar heel slecht aflopen. Ik kon ook blussen.
Dus ik rende weg. Naar de keuken, welteverstaan, om daar een blusobject te zoeken. Ik bedenk me namelijk nu pas dat ik een brandblussertje in de gang heb hangen. Ik vulde een theekop met water, rende terug naar de pompoen en goot het water erin, erover, en ook een beetje ernaast. De vlam gaf zich toen gelukkig vrij rap gewonnen.
De pompoen keek me immer grijnzend, aan. "Ja, lach maar", mompelde ik.
De volgende miniramp
Goed. Het brandje was geblust.
Maar toen ging het bluswater een eigen leven leiden. De mini-fik werd een mini-overstroming. En dus stond ik om half elf 's avonds te dweilen. En op te ruimen. En me af te vragen of de papieren die nu nat en onleesbaar waren erg belangrijk waren. Ik heb maar besloten van niet. Dat scheelde stress.
Het is allemaal afgelopen zoals het begon: met een sisser. Ik heb mezelf uit de brand geholpen en er is geen sprake van schade. Dat is allemaal gunstig.
Maar die pompoen vertrouw ik voor geen meter meer.
De volgende miniramp
Goed. Het brandje was geblust.
Maar toen ging het bluswater een eigen leven leiden. De mini-fik werd een mini-overstroming. En dus stond ik om half elf 's avonds te dweilen. En op te ruimen. En me af te vragen of de papieren die nu nat en onleesbaar waren erg belangrijk waren. Ik heb maar besloten van niet. Dat scheelde stress.
Het is allemaal afgelopen zoals het begon: met een sisser. Ik heb mezelf uit de brand geholpen en er is geen sprake van schade. Dat is allemaal gunstig.
Maar die pompoen vertrouw ik voor geen meter meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten