maandag 31 maart 2014

Friends will be friends

Onlangs was het Nationale Vriendinnendag. Ik wist dat niet, maar ik hoorde het die ochtend toevallig op de radio. Ik dacht: "Dat komt goed uit." Ik ging die dag namelijk op bezoek bij vriendin S.

BFF
S. en ik gaan way back in history.
We leerden elkaar kennen in mei 1988. Het was een bijzondere dag, niet alleen vanwege de kennismaking met S., maar ook omdat het de enige dag in mijn leven was dat ik verschrikkelijk verlegen was. De dag waarop het grote conformeren moest beginnen.

Het was, kortom, mijn eerste dag op de kleuterschool.

En oh, ik was dus verlegen.
Maar gelukkig zat er een meisje in de kring dat ook een beetje verlegen was. Ze had een trui aan die ik heel mooi vond. Dus ik vroeg haar hoe ze heette. En zij fluisterde haar naam. (ik moet nu aan Benny Neyman denken, maar die heeft er niks mee te maken). Ik verstond niet wat ze zei, maar desondanks was er sprake van vriendschap op het eerste gezicht.

Samen groot worden
De vriendschap die daar in de kleuterklas ontstond is er een met een stevig fundament. We groeiden min of meer samen op. We zaten na de eerste kleuterklas niet meer bij elkaar in de klas, maar nog steeds op dezelfde school. We gingen samen naar AMV en we speelden vaak bij elkaar. Ik kwam graag bij haar thuis en raakte van lieverlee ook nogal gehecht aan haar moeder – die ik eerst altijd netjes “de mama van S.” noemde, maar later gewoon bij haar voornaam aansprak. Ik voelde me thuis en veilig bij haar, bij hen.

Toen we op de middelbare school zaten, liepen we tegen een probleempje aan. Je kan elkaar dan namelijk niet meer bellen met de vraag “Kan je spelen”. Nee man, dat stadium ben je dan voorbij. We losten dit snel en efficiĆ«nt op: als we belden, vroegen we voortaan gewoon “Kan je?”

Kinken, kabels en kilometers
Toch is dit geen verhaal met louter ‘rozengeur en maneschijn’. Want op een gegeven moment kregen we het druk met andere dingen. Druk met perikelen en toestanden, en druk met ‘het leven’. S. vertrok voor een jaar naar het buitenland, ik ging studeren. We verloren elkaar een beetje uit het oog.

Maar hoezeer ook uit het oog, uit het hart was ze nooit. Ik wilde altijd nog weten hoe het met haar ging. Ik droomde af en toe ineens van haar, of van haar moeder. Het maakte me veel uit hoe ze het maakte. Natuurlijk hoopte ik altijd dat het goed met haar ging.

Retrouvaille 
En toen was er Facebook. Ik kreeg een berichtje van S., we spraken af. Dat was in 2011. Het enige dat wezenlijk anders was, was dat ze op dat moment 36 weken zwanger was. En het gekke (of: het mooie, leuke, fijne) was dat alles direct weer ‘net als toen’ was.
Toen haar zoontje S. was geboren, ging ik zo snel mogelijk op kraamvisite. Hij is inmiddels 2,5 en het zonnetje in huis. En ik ben nog steeds blij dat ik zijn moeder op mijn eerste kleuterschooldag heb aangesproken.

Dat het Nationale Vriendinnendag was boeide me niet zoveel. Dat ik die dag bij S. & S. was is wat telt.

En even: mijn andere vriendinnen zijn me ook enorm lief.
Maar zij hadden niet zo'n mooie trui aan toen ik ze leerde kennen.

Geen opmerkingen:

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...