Ze waren er nog, maar we hadden een soort van leefbare situatie gecreƫerd. Zolang zij zich niet lieten zien zou ik geen muizenvallen plaatsen. Ondertussen strooide ik nog wel gif, wat zij aten, maar daarmee kreeg ik niet de hele populatie uitgeroeid. Maar goed, op den duur raak je er bijna aan gewend.
Bijna. Nooit helemaal.
Niet alleen mijn probleem
Ondertussen hoorde ik steeds meer muizenverhalen. Heel Den Haag schijnt langzaam maar zeker overgenomen te worden door de muizen. Eerst hoorde ik van vrienden M. & R. dat ze ook muizen hadden – wat ik beschouwde als een teken van solidariteit. Maar die beesten zijn gewoon overal. Overal! Bovendien weten twee muizen zich in no time tot plaag te vermenigvuldigen, dus wat ze zeggen over konijnen geldt zeker ook voor muizen.
Escape
U weet misschien nog dat de muizen me nogal op de zenuwen werkten. Ik had geen rust meer, was voortdurend op m’n qui vive. Op het dieptepunt schrok ik me zelfs te pletter van een grijze sok.
Gelukkig kon ik regelmatig uit het muizenhol ontsnappen. Alleen al daarom vond ik mijn werk zo leuk: elke kantoordag was een muisvrije dag. Wat een heerlijkheid! Wat een weldaad!
Maar:
Op kantoor is er nu ook een muis.
Een collega riep het tamelijk opgewekt: “Kijk, daar loopt een muis!” In een mum van tijd rende ik naar de andere kant van de gang. De muis was namelijk heel dicht bij mijn bureau komen zitten.
Ik liep een onduidelijk rondje, zo globaal van niks naar nergens. Terug aan mijn bureau gaan zitten was op dat moment geen optie, maar uiteindelijk moest dat wel. De muis had zich inmiddels achter de kast verschanst.
Ik heb een mailtje gestuurd naar welingelichte kringen om hen over de kantoormuis te vertellen. “They’re haunting me!!!” schreef ik erbij. Want daar begint het op te lijken.
Samen sterk
Het grote verschil met thuis is dat ik er op kantoor niet in m’n eentje voor sta, muisgewijs.
De muis heeft wel tweespalt gezaaid op de afdeling – sommige mensen vinden ‘m lief en andere mensen, waaronder ik natuurlijk, vinden dat het kreng dood moet. Een paar collega’s scheppen er bovendien plezier in om het tweede kamp een beetje te plagen. Die roepen te pas, maar vooral te onpas, “Muis! Muis!”
Verder heeft een collega de facilitaire dienst gebeld om de aanwezigheid van de muis te melden. Een andere collega vroeg zich af we hierover ook een nota naar de minister kunnen sturen. Samen sta je sterker, dat blijkt maar weer.
Dat mijn strijd tegen de muizen zich nu omkeert en een strijd van de muizen tegen mij lijkt te worden, dat bevalt me totaal niet. Voor ze bij mij kwamen wonen heb ik nooit iets muisonvriendelijks gedaan. Waarschijnlijk is het ook helemaal niets persoonlijks, maar zo voelt het haast wel.
The battle continues. Ook dit muisje krijgt nog een staartje.
En een gifaanval.
Bijna. Nooit helemaal.
Niet alleen mijn probleem
Ondertussen hoorde ik steeds meer muizenverhalen. Heel Den Haag schijnt langzaam maar zeker overgenomen te worden door de muizen. Eerst hoorde ik van vrienden M. & R. dat ze ook muizen hadden – wat ik beschouwde als een teken van solidariteit. Maar die beesten zijn gewoon overal. Overal! Bovendien weten twee muizen zich in no time tot plaag te vermenigvuldigen, dus wat ze zeggen over konijnen geldt zeker ook voor muizen.
Escape
U weet misschien nog dat de muizen me nogal op de zenuwen werkten. Ik had geen rust meer, was voortdurend op m’n qui vive. Op het dieptepunt schrok ik me zelfs te pletter van een grijze sok.
Gelukkig kon ik regelmatig uit het muizenhol ontsnappen. Alleen al daarom vond ik mijn werk zo leuk: elke kantoordag was een muisvrije dag. Wat een heerlijkheid! Wat een weldaad!
Maar:
Op kantoor is er nu ook een muis.
Een collega riep het tamelijk opgewekt: “Kijk, daar loopt een muis!” In een mum van tijd rende ik naar de andere kant van de gang. De muis was namelijk heel dicht bij mijn bureau komen zitten.
Ik liep een onduidelijk rondje, zo globaal van niks naar nergens. Terug aan mijn bureau gaan zitten was op dat moment geen optie, maar uiteindelijk moest dat wel. De muis had zich inmiddels achter de kast verschanst.
Ik heb een mailtje gestuurd naar welingelichte kringen om hen over de kantoormuis te vertellen. “They’re haunting me!!!” schreef ik erbij. Want daar begint het op te lijken.
Samen sterk
Het grote verschil met thuis is dat ik er op kantoor niet in m’n eentje voor sta, muisgewijs.
De muis heeft wel tweespalt gezaaid op de afdeling – sommige mensen vinden ‘m lief en andere mensen, waaronder ik natuurlijk, vinden dat het kreng dood moet. Een paar collega’s scheppen er bovendien plezier in om het tweede kamp een beetje te plagen. Die roepen te pas, maar vooral te onpas, “Muis! Muis!”
Verder heeft een collega de facilitaire dienst gebeld om de aanwezigheid van de muis te melden. Een andere collega vroeg zich af we hierover ook een nota naar de minister kunnen sturen. Samen sta je sterker, dat blijkt maar weer.
Dat mijn strijd tegen de muizen zich nu omkeert en een strijd van de muizen tegen mij lijkt te worden, dat bevalt me totaal niet. Voor ze bij mij kwamen wonen heb ik nooit iets muisonvriendelijks gedaan. Waarschijnlijk is het ook helemaal niets persoonlijks, maar zo voelt het haast wel.
The battle continues. Ook dit muisje krijgt nog een staartje.
En een gifaanval.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten