woensdag 9 maart 2016

Wachtmuziek

Regelmatig ga ik met het OV naar Kantoor. Dat is niet de bedoeling, want ik vind dat ik sportief moet zijn en op de fiets moet gaan. Maar mijn fiets was kapot-achtig, en het was nog donker ’s ochtends vroeg, en toen ging het steeds waaien, of regenen, of sneeuwen. De rest van mijn slappe smoezen zijn op aanvraag beschikbaar.

OV

Nu heeft het reizen met het OV veel nadelen (ik zeg: pubers, natte honden, geen zitplaats, vertraging), maar ook een enkel voordeel. Een van die voordelen is ‘onze kleine vriend’, zoals hij inmiddels heet. Onze kleine vriend is een klein mannetje dat overduidelijk intellectueel uitgedaagd is (of hoe je dat tegenwoordig dan ook politiek correct moet omschrijven). Ik zie hem gemiddeld één keer per week bij de bushalte.

Liedjes 
Dat an sich is natuurlijk nog niks bijzonders. Ik zie wel meer mensen bij de bushalte, maar die verdienen niet onmiddellijk het predicaat van grote dan wel kleine vriend.
Maar de kleine vriend heeft een unique selling point: hij zingt. Hij zingt alsof zijn leven er vanaf hangt. Gemiddeld moet ik bij de bushalte in kwestie zes minuten wachten en in die zes minuten jaagt hij het gehele Nederlandse smartlappenrepertoire erdoorheen. Of althans: hij zingt in het Nederlands en ik ken de liedjes niet, dus het zullen wel smartlappen zijn. Maar hij zingt tamelijk onverstaanbaar, dus als uiteindelijk blijkt dat het Portugese fado of Oudhollandse kinderliedjes zijn, dan kan dat. Vermoedelijk komen we er nooit achter.

Blij, blij, blij 
Terwijl ik dit zo opschrijf bedenk ik dat Oudhollandse kinderliedjes een zeer aannemelijke optie is. Dit komt door een nieuw fenomeen dat ik eerder deze week bij hem zag: hij is bezig om nu ook de choreografie onder de knie te krijgen. Hij deed minuscule dansmoves en stond op een gegeven moment uitbundig in zijn handen te klappen. Misschien was hij dus gewoon bezig met ‘klap eens in je handjes, blij blij blij’.

En zo vrolijkt dit manneke vroege en regenachtige ochtenden op. Hij maakt geen contact met andere reizigers, maar ondertussen is hij wel een sociaal bindmiddel. De eerste keer dat ik hem zag stond ik samen met een redelijk potige man in het bushokje - en achter de rug van onze straatartiest keken we eensgezind vermaakt, maar ook vertederd. De keer daarop arriveerde de potige man eerder dan de zanger, en hij vroeg: "Is onze kleine vriend er niet?"
U ziet: sociale controle is zelfs al doorgedrongen tot de abri's van het openbaar vervoer.

Solo
Nu is het zo dat ik mijn kapot-achtige fiets gisteren heb laten repareren. En dat het 's ochtends steeds eerder licht is en het nu zelfs mooi weer dreigt te gaan worden. Dus so far voor al mijn smoesjes om met het OV naar Kantoor te kunnen. Ik ga maar weer gewoon op de fiets. Jammer genoeg voert de fietsroute niet langs de bushalte waar onze kleine vriend staat.

Maar gelukkig mag ik graag zingen op de fiets. En bij wijze van eerbetoon zal ik zo nu en dan even in mijn handen klappen. Want je kan zeggen van die kleine vriend wat je wil - hij zong me soms wel even uit mijn eigen gedachten.

En dat is best veel waard. 

3 opmerkingen:

Pap zei

Dat klappen is prima, maar fiets liever niet met losse handen.....zelfs niet eventjes

Anne zei

Pot. Ketel.

Anne zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...