donderdag 4 februari 2016

Boodschap

Ik was in de supermarkt. Ik ben altijd een beetje contactgestoord in de supermarkt.
Bij het brood stond een jongetje van een jaar of zes. Een boodschappentas hing aan het stuurtje van zijn step.

Priemende ogen

Ik hoorde wel dat hij wat zei, ik dacht alleen dat hij het niet tegen mij had. Tot ik twee stappen verder merkte dat zijn priemende blik op mij gericht was. En hoe contactgestoord ik ook ben: voor kinderen maak ik een uitzondering. Dus ik liep naar hem toe. "Een half wit brood..." las hij voor van zijn boodschappenlijstje.

De halve witte broden lagen buiten zijn bereik. Ik pakte er een en gaf dat aan hem. "Alsjeblieft!" zei ik.
Hij keek nog eens naar me.

Gesprekje 
Hij zei: "Ik durfde het aan jou wel te vragen..."
Ik glimlachte. "O ja?" vroeg ik, "Aan mij wel?"
Hij zei: "Ja... want ik denk dat jij ook een mama bent."

Terwijl gedachten over elkaar heen buitelden, schakelde ik mijn emoties maar even uit. Dat was beter. Dat kwam later wel.

"Nou weet je," zei ik, "Ik ben een tante. Maar ik ben geen mama."
Hij keek een beetje verbaasd.

"Dan moet je maar wel mama worden", besloot hij.
Ik glimlachte weer en zei: "Dat vind ik een heel goed idee." Hij knikte.

De orde van de dag
"Kan ik je verder nog ergens mee helpen?" vroeg ik.
"Nee", zei hij. "Ik moet nu naar beneden en daar weet ik àlles te vinden!"
"Hartstikke goed", zei ik.

Hij liep weg, step aan de hand, de tas met daarin nu ook het halve witte brood aan zijn stuurtje.

Mijn emoties liet ik voor de zekerheid nog maar een tijdje uitgeschakeld.

Geen opmerkingen:

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...