maandag 20 november 2017

Het neusje en de zalm

Reizen met het openbaar vervoer… het is niet voor iedereen. Vooral in de ochtend- en avondspits word je voor serieuze uitdagingen gesteld. 

Haringen in een tonnetje
De main complaint van veel reizigers is natuurlijk de drukte. Eerlijkheidshalve heb ik daar doorgaans weinig over te klagen. Meestal heb ik een zitplaats - in de trein tenminste. In de tram sta ik wel vaak te wiebelen tussen mijn medepassagiers. Comfortabel is dat geenszins. Zeker niet wanneer er dan ook nog een buggy achter me staat en de dienstdoende peuter mijn knieholten als voetenbankje gebruikt.

Andere problemen
De drukte leidt natuurlijk tot tal van bijkomende problemen. Je wordt volledig meegezogen in merkwaardige gesprekken en je krijgt te maken met ongewenste lichamelijkheden. Ik heb het dan niet alleen over peutervoetjes op mijn benen, maar ook over een hand op een bil, een tik in je gezicht, harentrekken en noodgedwongen geknuffel als iemand wil passeren. Níemand vindt dat prettig en we hoeven hierom geen hashtag van stal te halen (hoewel die hashtag al een tijdje alles behalve op stal staat). Lijfelijk contact is louter een gevolg van te veel mensen op een te gering oppervlak. Als je dan je haar uit je gezicht wil vegen heb je voor je het weet iemand een mep verkocht - jezelf niet in de laatste plaats. Het is nou eenmaal niet anders. 

Maar.
Het allerergste is dat al die reizigers ook allemaal hun eigen unieke lichaamsgeur met zich meedragen. Met name in de avondspits, wanneer de laatste deodorantbeurt voor velen al úren geleden is, leidt dat soms tot onaangename situaties. 

Afzien
Zoals vorige week. Ik dacht aanvankelijk dat ik geluk had; ik had een zitplaats weten te veroveren in een tram die spoedig daarna afgeladen vol zat. Er kwam een man naast mijn bankje staan die om te beginnen al niet heel proper oogde. Toen de tram zich in beweging zette greep hij zo’n lus om zich aan vast te houden. 

Het opheffen van zijn arm leidde tot een bepaald onprettige situatie. Vanonder zijn oksel kwamen onverkwikkelijke dampen vrij. Dampen die ik sterk associeerde met chemische oorlogsvoering. Ik had in zekere zin nog steeds geluk, want ik zat op de tweede rang. De mevrouw naast mij kreeg echt de volle laag. Van haar gezicht waren louter walging en groots ongemak af te lezen. Ze probeerde een variëteit aan geurontwijkende houdingen, maar  het mocht niet baten. Inmiddels had het odeur van de man ook mijn neusgaten bereikt. Spoedig daarna wisten we bovendien wat er in het plastic tasje zat dat hij om zijn pols had hangen: verse vis.

Van de regen in de drup
De mevrouw naast mij had zich inmiddels volledig teruggetrokken in haar capuchon, haar sjaal hield ze voor haar mond. Toen ze ons bankje verliet om uit te stappen haastte ik me achter haar aan; ik wilde niet dat de man en zijn vis naast mij kwamen zitten.  Voor straf kreeg ik direct het volgende geurissue te verduren: ik belandde tussen een Turkse pizza en een natte hond.

Reizen met het openbaar vervoer... het is niet voor iedereen.

Geen opmerkingen:

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...