"Ik ben V., en ik ben bang voor bloedprikken." Dat biechtte V. een week of twee geleden op, gevolgd door een hilarisch verhaal over een bloedprikavontuur waarbij ze onder handen werd genomen door een bloedprikster die zich voorstelde als mevrouw Hak. U begrijpt: dat kon niet goed aflopen.
Laat ik nu dan ook even iets opbiechten. Ik ben Anne, en ik ben bang voor bloedprikken. Maar pech voor mij: ik moet dat elke maand wel een keer laten doen. Het went niet, ik blijf de vrouw die met een van angst vertrokken gezicht de leuning van de stoel aan gort knijpt. Soms val ik flauw. Soms raak ik in paniek. Soms kan ik mezelf redelijk rustig houden (met afgewend angstig gezicht).
Vanochtend was het weer zover. Het was druk bij het lab. Daar houd ik niet van, want als ik mijn bloed moet afstaan, dan heb ik liever dat het vlot gebeurt. Met volgnummer 47 ging ik in de wachtkamer zitten, volgnummer 33 was aan de beurt. Ik friemelde met het papiertje waar 47 op stond. Ik friemelde aan mijn sjaal. Ik staarde naar mijn schoenen. Uit mijn ooghoek zag ik een nieuw iemand de wachtruimte binnenkomen. Ze ging zitten. Ik keek op.
Het was V., mijn lotgenoot, mijn zuster in de strijd. "Dat we elkaar nou uitgerekend hier tegen moeten komen", zei ik. We lachten. En met haar komst, werd het wachten minder erg. Het bloedprikken nog steeds niet. "Ik vind dit altijd een beetje eng", zei ik tegen de mevrouw die mij prikte. "Dat is niet nodig", zei zij. Ik zuchtte. Nee, dát wist ik ook wel. De mevrouw hulde zich verder in stilzwijgen en ik probeerde mezelf rustig te houden.
Ook dit keer overleefde ik het. Natuurlijk. Ik viel niet flauw, raakte niet in paniek, maar was wel gruwelijk blij toen het voorbij was. Daarna wachtte ik nog even met V. mee, want je laat elkaar op zo'n moment niet in de steek. Ook V. overleefde het, mede dankzij haar mevrouw. Haar mevrouw knoopte een afleidend praatje af, wat doorgaans een goede remedie is tegen bloedprikangst.
Opgelucht trokken we onze jassen aan en besloten om beneden nog een kop koffie te drinken. Om te vieren dat we het voorbij was. V. hoeft pas over een half jaar weer, ik zit daar waarschijnlijk over een maand weer te stressen. Maar afijn. Bloedprikken wordt wel leuker als je een bekende tegen het lijf loopt en je elkaar een beetje kan steunen.
Ik ben Anne, en ik ben bang voor bloedprikken.
1 opmerking:
heb genoten van je stuk.
top.
Een reactie posten