dinsdag 13 april 2010

Albert Heijn XS

Soms weet ik even niets om te doen.
Alle was is dan schoon en gestreken en opgeruimd, de vloer blinkt dusdanig dat ik mijzelf erin weerspiegeld zie, het gehele aanrecht is vaatwerkvrij en mijn boek is uit. Dan weet ik het gewoon even niet meer.

De meest succesvolle remedie op zo’n moment is deze: je gaat uit het raam kijken. Als je uit het raam kijkt, koop je wat tijd. Het lijkt of je bezig bent, je kan ongestoord nadenken, maar je kan je ook focussen op alles wat er door de straat paradeert en aldus van tijd tot tijd concluderen: “Mijn leven is erg, maar het kan dus nóg erger.”

Vrijdag stond ik weer eens voor het venster. Wat ik niet had kunnen voorzien, gebeurde. Deze uit-het-raam-staar-sessie verwerd tot educatief climax. Dat kwam door het navolgende gesprekje dat ik opving. Het begin van het gesprek was nou niet dat je dacht: “Pfoeh, wat staan wij hier erudiet te converseren”, maar daar moet je even doorheen.

Meisje: “Hé, daar is een Albert Heijn.”
Jongen: “Ja, daar is een Albert Heijn.”
Meisje: “’t Is wel een kleine Albert Heijn.”
Jongen (let op, nou komt het): “Klopt. Dit is de kleinste Albert Heijn van Nederland.”
Meisje: “Oh, goh. Maar hij is nu wel dicht.”
Jongen: “Ja, hij is wel dicht.”

U moet weten: ik ben gek op nutteloze weetjes. Van die feitjes waar je echt geen flikker aan hebt, maar waarmee je wel een beetje kunt showen op verjaardagsfeestjes. Dat ik nu gewoon in de straat blijk te wonen bij een nutteloos weetje, dat ik mijn boodschappen doe bij een nutteloos weetje… Dat, lieve lezer, vervult mij met euforie.

Ik denk ook dat het klopt. Die Albert Heijn heeft namelijk de grootte en het assortiment van een SRV wagen. Er is een gangpad waar je niet met karretje en al in kunt, want dan loop je jezelf klem. Je kunt elkaar in de gehele winkel niet passeren (met kar). En om even een indruk te geven van het assortiment: ze hebben er nèt genoeg om in leven te blijven, maar de meeste producten hebben ze gewoon niet. Of ze hebben maar één smaak van, nou ja, *iets*, en dat is dan altijd de minst lekkere. Als ze de vakken vullen (‘ze’ zijn vijftienjarige puistenkoppen met een slome blik in de ogen), blokkeren ze met de kratten altijd het tegenoverliggende schap. Vergeleken daarbij is de gemiddelde Aldi de boodschappenhemel. Maar echt.

Los van de puistenkoppen werkt er ook nog het één en ander aan kassapersoneel dat je behandelt alsof jij op aard bent om hen het leven zo zuur mogelijk te maken. Ze kijken je aan alsof ze de boodschappen het liefst in je gezicht zouden uitknijpen.

En toch.
Voor dat alles krijg je ineens wat meer compassie als je op een willekeurige vrijdagavond hoort dat die verguisde AH de kleinste van Nederland is. Dan begrijp je wel waarom iedereen die daar in ruil voor salaris wat loopt te klussen nou niet bepaald het zonnetje in huis is. Als je ambities op XL-niveau liggen en je komt niet verder dan XS, dan is dat gewoon ronduit klote. Natuurlijk. En dan moet je ook nog een smurfen en sprookjeszegels verstrekken aan de clientèle, terwijl zelfs Klein Duimpje zich nog te fors zou voelen voor deze supermarkt.

Ik heb daar nog lang over nagedacht, kijkend uit het vensterraam. En ik dacht: “Mijn leven is erg, maar het kan dus nóg erger.”

Geen opmerkingen:

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...