woensdag 13 februari 2013

Muizenissen (3)

Ik heb een paar spannende dagen achter de rug. Dat had alles te maken met Tante Melia.

Uit de kast
Ik weet niet precies wanneer het gebeurd is, maar ergens in het voorbije weekend had Melia haar coming out. Het was niet dat Arie Boomsma ineens met een draaiende camera aan de voordeur stond en zei: “Je muis wil je wat belangrijks vertellen”. Nee. Het was gewoon dat ik zondag ineens de muis in de keuken zag rennen. Ik was daar niet blij mee, maar ondernam op dat moment ook niet direct actie - ook omdat de muis hem natuurlijk meteen alweer gesmeerd was.

Maandag
Maandagochtend werd ik wakker met het geluid van een hollende muis in mijn slaapkamer. “Ah néé!” dacht ik. Maar ik wist niet zeker of ik het wel echt goed gehoord en geïnterpreteerd had. Feit is wel dat het me allemaal niet lekker zat.

Maandagavond vervolgens, zat ik op de bank met een boek. Dat boek moest uit en met een pagina of twintig te gaan was dat een haalbare target voor die avond.
Dacht ik.
Want plotseling werd ik ruw uit het verhaal gerukt door een alarmerend geluid. Als u even een plastic bakje pakt en daar vruchtenhagel in doet en daar dan wat doorheen gaat zitten roeren, dan hoor je zo’n beetje wat ik hoorde.
Ik dacht: “Fuckerdefuck! De muis!!”
Ik legde mijn boek omgekeerd op de bank, keek behoedzaam achter de bank…. Recht in de kraaloogjes van de muis.
Ik zei: “Gódverdomme!” en sprintte de kamer uit.

Ik ben best een held, maar niet wanneer een muis mijn persoonlijke ruimte binnendringt.

Beter een goede buur
In de keuken stond ik een tijdje heel zenuwachtig heen en weer te wippen en zei ik hardop van: “Wamoeddiknoudoen, wamoeddiknoudoen”. Eerst dacht ik: zelf die muis vangen. Dapper zijn en muis vangen.
Maar zo dapper was ik dus helemaal niet.
Toen dacht ik: buurman L. inschakelen. Ik whatsappte hem, kreeg geen reactie, belde hem, en zei met een lichthysterische ondertoon: “Je moet me komen redden! De muis zit in de woonkamer en ik dus niet meer!”

Maar waar zijn die goede buren als je ze nodig hebt? Buurman L. was niet thuis en buurman M. ook niet (en die reageerde bovendien met: “Ik ben toch zeker de rattenvanger van Hamelen niet?” – wat hij inderdaad niet is, hij speelt geen fluit).
Op mijn pantoffels rende ik de deur uit, naar buurvrouw V. Die heeft ook ervaring met muizen, zei de buurman.
De buurkinderen waren dolenthousiast. “Een Muis!! Wat líéf! Mag ik ‘m vangen?” Buurvrouw V. en ik waren iets minder opgetogen.

Wie niet weg is, is gezien
Als twee pantoffelhelden schoven we even later door de woonkamer, gewapend met een muizenvangemmer en een stuk karton. Uiteindelijk zagen we de muis weer wegschieten. De smeerlap. Dus installeerde ik een muizenval en buurvrouw V. gaf mij het muizengif dat zij nog in huis had. Ik hoopte op snel resultaat.

Ik was zo op m’n ongemak dat ik maar in bed kroop – dat leek me de veiligste plek in huis.
De muizenangst zat diep; ’s nachts schrok ik wakker van elk geluidje en dinsdagochtend schrok ik me het leplazerus van mijn eigen grijze sokken die opgefrommeld op de grond lagen.. Maar echt.
De val bleef leeg, het gif onaangeroerd. Ik maakte de hele tijd veel meer lawaai dan nodig was en deed deuren dicht die normaal altijd open staan.
Vooralsnog had die muis míj vooral te pakken.

Tot gisteravond.
Ik liep de keuken binnen en diréct de keuken weer uit (“achteruitdeinzen” werd zelden zo mooi in de praktijk gebracht), liep toch de keuken weer in en zag dat de muis in de val was gelopen.
Hartstikke dood.

Als laatste klusje moest ik het muizenlijk opruimen. Maar met een zakje om mijn hand en grondig handenwassen nadien was dat eigenlijk nog wel te doen. Daarna deelde ik dit succesje met de buren en de rest van de wereld.
“Ladies and gentlemen , we’ve got him”.

Tevreden
Opgelucht zat ik ’s avonds op de bank en las ik alsnog mijn boek uit. Dat was er maandagavond natuurlijk niet meer van gekomen.

Dat ik niet dapper kon reageren op een muis in huis, niet onberoerd bleef bij het getrippel, dat viel me een beetje tegen van mezelf. Daar stond tegenover dat ik wél heel onverschrokken het lijk had weggewerkt – dus per saldo kom ik toch nog best aardig uit de bus.

Gisteravond kroop ik moe maar voldaan in bed. Ik had mijn huis weer heerlijk voor mezelf alleen.

Het bleef muisstil.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoi Annelies,
Een tijd geleden dat ik je blog heb gelezen. Hij is nog altijd even grappig dan "vroeger". Hopelijk gaat alles goed met je.
Groetjes Cindy de Jonge (gemeente Middelburg)

Anoniem zei

Als jij nou volgende keer een fluit weet te vinden .. Ga ik kijken of ik iets kan lokken :)

Anoniem zei

Hee wie zou die Anoniem hierboven nou zijn?

Cabaretmuis uit Scheveningen zei

Dank voor het delen van je avonturen met je huisgenoten. Ik herken mijzelf er volledig in. Gif is gestrooid, muizenval gespannen. Nu wachten op het resultaat. Naam geven en als wezen met gevoel beschouwen heeft geholpen om in ieder geval deze stappen te ondernemen. De angst is helaas niet weg. Dit is wel de laatste kans. Als dit niet helpt komt er gewoon weer een kat in huis. Ook gezellig!

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...