maandag 8 oktober 2018

Motorrijden

Ik had al een tijdje de wens om eens mee te rijden op een motor. Gelukkig bestaat vriend B. en heeft hij een motor, dus ik zag mogelijkheden. Ik hintte een aantal keer dat ik graag een keer bij hem achterop wilde. Afgelopen weekend was het zover. Tot twee keer toe zelfs.

Positie 
Op zaterdag deden we een klein rondje, waarbij ik ontdekte dat motorrijden nog cooler is dan ik al dacht. Ik kreeg nog wat instructies over ‘meehangen in de bocht’. Daarbij werd opgemerkt dat je nou eenmaal van nature geneigd bent om je lichaam horizontaal te willen houden. Hoewel verticaal in dit verband logischer is, ben ik er toch nog niet helemaal uit of het statement nou echt onjuist was. Ik voel me doorgaans inderdaad het prettigst als mijn lijf horizontaal is, en volgens mij is het ook historisch gezien correct. Kijk maar naar de archeologie: onze verre voorouders worden voornamelijk in horizontale positie aangetroffen. Desondanks beveel ik, waar het motorrijden betreft, verticaal aan.

Tweede ronde
Zondag maakte ik het motorrijden tot in de finesses mee. Op de terugweg werden we ingehaald door een motoragent die casual doch dwingend gebaarde dat we hem moesten volgen. We stopten bij een tankstation. De agent bleek een sympathiek persoon, voor een motoragent althans. Hij gaf ons een lesje ‘bandenspanning’. Dat pakte ik toch maar mooi mee op mijn tweede dag als motormuis. Daarna mochten we onze weg vervolgen. Heel sensationeel was het dus niet, en dat was maar goed ook. Sensationele toestanden met politie-ingrijpen kun je maar beter uit de weg gaan.

Plaatje 
Na de eerste motorrit op zaterdag stuurde ik een enthousiast berichtje naar een vriendin. ‘Nu ben ik dus klaar voor mijn tatoeage’, schreef ik. Want op de een of andere manier breng ik motorrijden en tatoeages met elkaar in verband.
Het was my lucky day. Zaterdagavond was ik op een feestje met tatoeage-hoek. Geen grap. Ik hoefde alleen maar een plaatje te kiezen. Een grote adelaar op mijn rug? ‘I love mom’ op mijn bovenarm? Het moest iets worden wat duidelijk liet zien dat ik cool ben (want hállo, motorrijden!), en iets waar ik me dan ook nog een beetje senang bij voelde. De adelaar en mom vielen dus af.

Uiteindelijk werden er met glitterlijm en roze-oranje poeder vier sterren op mijn onderarm gezet. De tattoo is dus niet permanent en ook niet heel cool. Want cool zijn zit ‘m niet in een plaatje op een arm. Cool zijn zit ‘m in alles proberen en het goede behouden. In de lef hebben om achterop een motor te stappen, gewoon omdat je dat heel graag wil.

En daar trots op zijn.

Geen opmerkingen:

U Zei?! - Deel 36

De laatste maanden verzamelde ik weer heel wat verhaspelingen. Hierbij de nieuwe lijst. Om de donkere dagen en de gedeeltelijke lockdown wat...